In een gesprek of een opstelling ‘moet het klikken’ met je coach. Daarom zal ik je mijn verhaal vertellen. Juke Verheul, welkom!
Bang voor wat ik niet geleerd had
De vraag aan mij als kind wat ik later wilde worden heb ik altijd raar gevonden. Dat betekende waarschijnlijk dat ik nog niks was. Omdat ik ‘goeie oren’ had, ging ik naar het conservatorium. Hier ontwikkelde ik mijn creativiteit, niet alleen op muzikaal gebied, ik werd ook ruimdenkender. Doodeng vond ik het om alleen op het podium of voor de klas te zijn. Ik leerde samen te werken en om fouten te maken. Het waren stuk voor stuk eigenschappen die ik als kind niet heb leren ontwikkelen, waarvoor ik bang was.
Goed kijken naar de ander, mezelf en het moment
Toen ik mijn studie had afgerond, ging ik muziekles geven aan mensen met een verstandelijke beperking. Dat voelde als thuiskomen. Het bijzondere gedrag van deze mensen leerde me iedere keer goed naar mezelf en de ander te kijken. Hoe meer ik de schijn ophield van het wel te weten, hoe harder ik de bal terugkreeg.
Behoefte aan controle
De cliënten waren een enorme spiegel voor me. Dat was soms heel pijnlijk. Ik leerde om niets vanzelfsprekend te vinden. Niet van de ander noch van mezelf. Wanhopig en onmachtig voelde ik me als ik het gedrag van de ander niet kon doorgronden en onder controle had. Ik besefte dat het om mijn eigen behoefte aan controle ging. Een veel voorkomende menselijke eigenschap, zo zag ik pas jaren later.